Alle Poortstra’s stammen af van een persoon, namelijk van Jacob Sipkes. De hele stamboom is beschreven in het in 2005 verschenen boek Familie Poortstra; de afstammelingen van Jacob Sipkes. Dit boek is uitverkocht, maar alles wat er sindsdien in de familie heeft plaatsgevonden (voor zover bekend) is te vinden onder Familienieuws op deze website. Het boek over de familie Poortstra was het eerste boek over de stamboom van Maartje van Sluis-Poortstra. Daarna zijn er nog boeken verschenen over de families Stellingwerf, Norder en Van Dijk.

De Poort

Jacob Sipkes, onze stamvader, is afkomstig uit een gezin van tien kinderen. Van vier van deze kinderen is bekend welke naam ze in 1811 hebben aangenomen. Zijn halfbroers Dirk, Douwe en Jan namen de naam Graafsma aan. Onbekend is waarom voor de kinderen van Jacob niet dezelfde achternaam is aangenomen. Mogelijk noemde Jacob zich al Poortstra in de jaren dat hij in Achlum woonde. Jacob woonde waarschijnlijk bij de Poort in Achlum. Het achtervoegsel “stra” betekent namelijk “woont bij”. Uit het lidmatenboek van de Hervormde Kerk weten we dat het gezin in de buitenburen van Achlum woonde. Hoewel de buitenburen nergens op een oude kaart terug te vinden zijn, geeft de naam aan dat het buiten de bebouwde kom moet zijn geweest. De poort waarvan de naam afgeleid zou zijn staat er nog steeds. De boerderij met de poort heet “Groot Deersum” en ligt ongeveer anderhalve kilometer ten oosten van Achlum.
De boerderij is omringd door een slotgracht, die om de vroegere stins heen liep. Alleen door de monumentale poort uit 1658 was het erf bereikbaar. In de poort is een steen gemetseld: “Michiel Jacobs 1658”. Niet bekend is wanneer de stins is afgebroken. De boerderij is laat achttiende eeuws. Het achterste deel is rond 1920 afgebrand en herbouwd, het voorhuis is nog oorspronkelijk. Hoewel de band tussen de familienaam Poortstra en deze poort niet vanuit de stukken te bewijzen is, is die wel waarschijnlijk: dit was de enige poort in de omgeving van Kimswerd en Achlum. Opmerkelijk is dat een latere nakomeling, Sybren Poortstra (1868-1951), als jongen arbeider geweest is op deze boerderij die toen Poarte pleats genoemd werd.
Onderzoek in Tresoar heeft uitgewezen dat Jacob Sipkes niet op Groot Deersum woonde maar op de boerderij ernaast. Jacob Sipkes had nummer 1 in de speciekohieren Achlum van 1796 en in het floreencohier Franekeradeel van 1798. Vergelijkt men dat met de floreencohieren in de Prekadastrale Atlas dan blijkt dit een stuk land te zijn dat naast Groot Deersum ligt. Uit het floreencohier blijkt dat Jacob Sipkes pachter was op “eene Zathe groot 60 ½ pondemaat”. De eigenaar was Jacobus Salverda. Jacob kreeg in 1798 een belastingaanslag van eenentwintig florenen, veertien stuivers. In de Speciekohieren van 1796 werd vermeld dat hij twee schoorstenen bezat, zes hoofden (gezinsleden) boven de twaalf jaar, zes koeien, drie rieren, 23 (pondemaat) bezaaide landerijen en vier paarden. Het bedrag in’t jaar bedroeg 54 (florenen), 3 (stuivers) en 4 (cent).